Giardia bij honden is helaas een wijdverbreid en hardnekkig probleem waar veel hondenbezitters vroeg of laat mee te maken kunnen krijgen. In het begin zal de hond zonder aanwijsbare reden herhaaldelijk zachte, soms slijmerige ontlasting hebben. Bij onveranderde voeding is de ontlasting vaak dagenlang stevig, om dan ineens weer zacht te worden. Door het grillige verloop van de symptomen vermoedt men in het begin dat de hond iets verkeerds heeft gegeten, of iets buiten heeft opgepakt, en zo blijft de giardia vaak onopgemerkt, totdat de ziekteverwekker zich sterk vermenigvuldigd heeft en de symptomen niet meer af en toe, maar dagelijks te zien zijn.
In dit artikel leggen we graag uit wat giardia precies is, welke symptomen giardia kan veroorzaken bij honden en welke mogelijkheden er zijn om de hond te ondersteunen qua voeding, wanneer hij giardia heeft.
Giardia (Giardia intestinalis) behoort tot de groep van protozoa (eencellige organismen) die zich bij zoogdieren hechten aan het slijmvlies van de dunne darm, en zich voornamelijk voeden met zetmeel/ koolhydraten. Honden raken besmet wanneer ze Giardia-cysten inslikken. De Giardia vermenigvuldigt zich in de darm. Zo kan het aantal zich in korte tijd elke keer verdubbelen. Niet elke besmetting met Giardia levert de hond uiterlijk herkenbare problemen op. Maar wanneer het darmslijmvlies reeds geïrriteerd is of de Giardia de overhand krijgt, kunnen afwisselende spijsverteringsklachten zoals diarree, braken, winderigheid en krampen optreden. Dit kan al snel een serieus gevaar worden voor bijvoorbeeld pups en jonge honden. De hondenbezitters dienen de Giardia dan ook direct te behandelen.
Zieke honden scheiden Giardia-cysten uit via de ontlasting – dit is dan een mogelijke infectiebron voor andere honden die te dicht bij deze ontlasting komen. Als een gezonde hond in contact komt met de ontlasting van een zieke hond – maar ook bijvoorbeeld bij het besnuffelen aan zijn vacht of achterlijf – kan hij besmet raken met Giardia. Giardia-cysten zijn ook echte overlevers: ze kunnen enkele maanden overleven in een normale omgeving en blijven dan een bron van infectie voor andere honden.
Deskundigen gaan ervan uit dat veel honden dagelijks in aanraking komen met giardia. Dieren met een verzwakt immuunsysteem (bijvoorbeeld omdat ze bepaalde medicijnen toegediend krijgen, veel stress hebben, last hebben van allergieën of intoleranties, etc) of waarvan het immuunsysteem nog in ontwikkeling is, zoals bij pups en jonge honden, hebben meer kans op problemen dan honden met een sterker immuunsysteem.
Een sterk immuunsysteem is daarom van bijzonder belang om het spijsverteringsstelsel te helpen in de verdediging tegen Giardia en ook bij het herstel en opbouw na een doorgemaakte Giardia-besmetting.
Zoals eerder vermeld, kan Giardia enkele maanden overleven onder normale omgevingsomstandigheden. Er zijn dan ook diverse besmettingsbronnen.
Een geïnfecteerde hond kan de cysten bijna overal met zijn lichaam verspreiden tijdens de dagelijkse verzorging – de mond, vacht en achterwerk zijn mogelijke bronnen van infectie en herinfectie. De ontlasting van een besmette hond is een andere belangrijke bron van infectie, zelfs als de ontlasting niet meer als zodanig kan worden herkend – andere honden kunnen net zo besmet raken tijdens het besnuffelen als bij het eten van de ontlasting.
Regenwater kan ervoor zorgen dat Giardia-cysten zich ophopen in kleine-, grote plassen, vijvers e.d.: honden die hier drinken, kunnen besmet raken.
Afhankelijk van hoe sterk het immuunsysteem van de geïnfecteerde hond is of hoe groot de Giardia-besmetting is, kunnen verschillende symptomen zich in verschillende vormen voordoen. Meestal gaat het om spijsverteringsproblemen.
Vaak voorkomende symptomen:
Bijkomende symptomen:
Als het dier de hierboven beschreven symptomen vertoont, moet je zeker weten of er sprake is van een Giardia-besmetting. Verzamel hiervoor gedurende zeker 3 dagen ontlasting monsters (bij elkaar 1 fecaal monster) en laat deze in het laboratorium onderzoeken. Veel dierenartsen kunnen de ontlasting monsters direct in hun praktijk op Giardia controleren.
Het wordt problematisch als je een hond hebt die lijdt aan een Giardia-besmetting, maar geen symptomen vertoont – dit is helaas vaker het geval. De hond of zijn immuunsysteem kan de besmetting het hoofd bieden. Niettemin is het een verspreider en dus een potentiële bron van infectie voor andere dieren. Soms zijn honden die giardiasis hebben gehad voor het leven drager van giardia.
Als je meerdere honden hebt, van wie één herhaaldelijk de diagnose Giardia krijgt en behandeld wordt, terwijl de andere gezond lijkt te zijn, moet je de andere honden ook laten onderzoeken. Eén van hen kan de drager zijn, zelfs als deze geen symptomen vertoont, en dus de andere hond keer op keer besmetten. Hetzelfde geldt als je eigen hond herhaaldelijk met Giardia wordt besmet, nadat je buiten bevriende hondenbezitters hebt ontmoet zijn – ook hier kan een andere hond de drager zijn, hoewel deze geen symptomen vertoont.
Het hoeven echter niet per se andere honden te zijn die de Giardia overdragen, want zoals reeds beschreven kunnen kleine-, grote plassen en vijvers waaruit de hond regelmatig drinkt ook bronnen zijn waar hij herhaaldelijk van besmet wordt.
Heeft je hond Giardia? Neem direct contact op met het team van Naturavetal. Maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur te bereiken via Tel. of WhatsApp: 06 574 90 903 of per e-mail: info@naturavetal.nl
Over het algemeen wordt geadviseerd dat honden geen contact hebben met soortgenoten als ze besmet zijn met Giardia. Deze medaille heeft echter twee kanten. Omdat pups en jonge honden vaak worden besmet, grijp je in in de uiterst belangrijke socialisatiefase door isolatie en ontneem je daarmee de jonge hond levensbepalende ervaringen. De eenzaamheid die wordt veroorzaakt door het isolement kan niet alleen veel psychologische stress opleveren voor pups en jonge honden, ook volwassen honden en hondenbezitters kunnen daar last van hebben.
Het is belangrijk om speciale hygiënemaatregelen in acht te nemen als de hond Giardia heeft – deze helpen dan ook om het risico op herinfectie te verminderen:
Het is erg belangrijk om de darmflora van de hond weer op te bouwen, vooral als je chemische behandelingen hebt ondergaan voor de Giardia. Afhankelijk van hoe erg de hond door de Giardia is besmet, zijn er ook verschillende mogelijkheden om de darmen weer op te bouwen – laat je hierover adviseren door ons Expert-team en lees ons advies artikel over het onderwerp darmsanering.
In ieder geval dient de darmflora ondersteund te worden. Onze Canis Extra Petflora is hiervoor zeer geschikt. De fermentatie met melkzuurbacteriën (lactobacillen) levert een puur natuurlijk melkzuur op (pH 3,0). Dit verbetert de biologische beschikbaarheid van de voedingsstoffen en actieve ingrediënten en ondersteunt de natuurlijke gastro-intestinale functie. Want pas als de darmflora weer in balans is, zullen Giardia en andere parasieten zich in de toekomst moeilijker in het darmslijmvlies kunnen nestelen. Alleen een gezonde darm met een sterk immuunsysteem kan zich verdedigen tegen herinfectie met Giardia.
Zoals beschreven, zal je de hond minimaal 2 maanden op natvoeding moeten houden. Als de controletest voor Giardia negatief is en de hond er fit uitziet, kun je desgewenst terugschakelen naar brokken.
Als er Giardia bij je eigen hond wordt vastgesteld, vraagt iedere hondenbezitter zich eerst af waar het vandaan zou kunnen komen. Andere honden staan dan al snel onder algemene verdenking.
Als hondenbezitter moet je er echter rekening mee houden dat overal waar je buiten loopt, besmettingsbronnen op de loer liggen – elke plas, elke vijver, elke hoop ontlasting of elke plek waar ooit ontlasting lag, elke andere hond, kan net zo goed een bron van Giardia zijn. Blijf echter niet thuis met je hond of isoleer hem niet compleet van deze eventuele besmettingsbronnen.
Want strikte isolatie van je hond brengt verschillende moeilijkheden met zich mee voor zowel de eigenaar en hond, die ook het verloop van de ziekte kunnen beïnvloeden.
Als de hond veel last heeft van het gescheiden zijn van zijn gebruikelijke roedelleden of andere honden, kan de optredende stress hem of zijn immuunsysteem verder verzwakken, waardoor het voor de Giardia gemakkelijker wordt om vrij te spel te krijgen. Contact met soortgenoten daarentegen kan het immuunsysteem versterken, zorgen voor gezonde energieverbruik en ook bijdragen aan een goed humeur.
Helaas worden pups en jonge honden het vaakst getroffen door Giardia. Hun immuunsysteem is nog in de ontwikkelingsfase, dus Giardia heeft het over het algemeen makkelijker. Dan zijn er mogelijke wormkuren en de reguliere basisvaccinatiefase met verschillende vaccins die er ook voor zorgen dat het immuunsysteem voortdurend wordt belast.
Het komt heel vaak voor dat pups de eerste symptomen zoals terugkerende diarree vertonen, als ze recentelijk bij de fokker vandaan komen (dagen tot enkele weken). De fokker hiervan de schuld geven is in de meeste gevallen ongepast. Door een combinatie van verschillende factoren ontstaat het probleem:
Al deze factoren beïnvloeden het immuunsysteem van de pup. Wanneer de pup dan contact heeft met Giardia cysten, die in principe ongemerkt overal op de loer kunnen liggen, ontwikkelt Giardiasis zich snel.
De voeding kan dan ook worden geoptimaliseerd zoals hierboven beschreven. Aangezien met name jonge honden een speciale behoefte hebben in de groeifase, raden wij aan contact op te nemen met ons Expert-team om individuele voeding voor je pup te bespreken.
Dit artikel is geschreven door Naturavetal NL. Kijk op de website voor meer artikelen en informatie:
https://www.naturavetal.nl/
This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.